In de 19e eeuw groeide het besef dat de beschikking over schoon drinkwater van grote invloed was op de bevordering van de volksgezondheid. Er werd een verband vastgesteld tussen de vele cholera epidemieën en het niet beschikken over schoon drinkwater. Landelijk ontstonden daarbij overheids- en particuliere initiatieven tot het aanleggen van drinkwaterleidingen, zo ook in Noord-West-Brabant. Op 29 december 1924 werd de N.V. Waterleiding-Maatschappij Noord-West-Brabant opgericht als initiatief van 23 gemeenten waaronder Dongen, welke op 19 februari 1921 tot de maatschappij toetrad. Het waterleidingbedrijf besloeg een vrij uitgestrekt gebied waarin twee pompstations en dertien watertorens werden voorzien, welke allen werden ontworpen door de Haagse architect Ir. Hendrik Sangster.
Leidingnetten en kabelnetwerken werden aangelegd en de terreinen voor de pompstations en watertorens werden aangekocht. De bouw van de eerste watertoren van de maatschappij, die van Dongen, startte in 1923. In 1924 was deze toren samen met die van Etten, Zevenbergen en Steenbergen gereed. Ook de beide pompstations in Seppe en Oosterhout waar een groot aantal drinkwaterputten was geboord, werden door de aannemer opgeleverd. In het najaar van 1924 kon de waterlevering worden opgestart, waarbij in deze beginperiode met de vier watertorens kon worden volstaan. In 1925 werden vervolgens de watertorens in Fijnaart, Dinteloord, Lage Zwaluwe, Raamsdonksveer en Kaatsheuvel aan het net toegevoegd, alsook de torens in St. Philipsland en Anna Jacobapolder; een uitloper van het net in Zeeland. In 1932 werd Gilze voorzien van een watertoren en in 1935 werd het net voltooid met de laatste toren in Almkerk.
De 2e wereldoorlog bracht in eerste instantie relatief weinig zware schade toe aan de infrastructuur van de waterleidingmaatschappij, het bleef bij enkele “toevallige” buisbreuken als gevolg van bombardementen. Eind 1944 brak voor de maatschappij echter een zware periode aan. De meeste watertorens waren tijdens de oorlog door de Duitsers gebruikt als observatiepost, waarbij de torens tevens waren geladen met springstof. Bij het naderen van de geallieerde bevrijdingslegers zijn de watertorens van Steenbergen, Zevenbergen, Fijnaart, Dinteloord, Lage Zwaluwe, Gilze en Almkerk in september en oktober 1944 door de Duitsers opgeblazen. De watertoren van Anna Jacobapolder is eind januari 1945, twee maanden na de bevrijding, door Duitse commandotroepen alsnog opgeblazen. Deze troepen waren vanuit Duiveland het Zijpe overgestoken met de speciale opdracht de toren te vernietigen. Met het vernielen van deze torens is een zeer bijzonder stuk watertorenarchitectuur helaas verloren gegaan.
De resterende vijf torens van de maatschappij waren wel beschadigd geraakt door granaattreffers e.d., doch konden na herstel spoedig weer in dienst worden gesteld. Dat de toren van Dongen niet is opgeblazen is te danken aan enkele leden van de verzetsgroep Dongen. In het gedenkboek ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van de waterleidingmaatschappij staat “Deze dapperen waren P. Vorstenbosch, A. Mertens, J. Evers en J. v. Hees. Zij hebben de springstof, welke door de Duitsers tegen het reservoir en de wand van de toren was geplaatst, voor het grootste gedeelte weggehaald en in de Donge geworpen; verder hebben zij de draden doorgeknipt, waarmede de springstof aan een telefooninstallatie, welke de Duitsers in de woning van Adrianus Schellekens hadden aangebracht, was verbonden. Voor deze moedige daad is de Maatschappij aan deze mannen zeer veel dank verschuldigd”.
Voor de oorlog had het waterleidingnet relatief veel watertorens waardoor de druk in het waterleidingnet vrij gelijkmatig was. Vanwege het relatief kleine verzorgingsgebied per toren kon er met betrekkelijk geringe leidingdiameters worden volstaan, wat een belangrijke besparing betekende. In de wederopbouwfase zijn echter niet alle torens herbouwd. Zevenbergen beschikte in 1947 weer over een watertoren, de watertorens van Lage Zwaluwe en Almkerk werden in 1949 herbouwd en die in Steenbergen kwam in 1950 gereed. In Stampersgat werd in 1952 een watertoren opgeleverd welke tevens Fijnaart en Dinteloord tot het verzorgingsgebied had. De watertorens in Anna Jacobapolder en Gilze zijn nooit herbouwd. Voor de nieuwe ontwerpen was Hendrik Sangster overigens niet meer verantwoordelijk.
De watertoren van Kaatsheuvel is in 1985 helaas gesloopt na buiten gebruik te zijn gesteld in een periode waarin van het fenomeen herbestemming nog geen sprake was.